Van driehoog een
volwassen vent van zijn brommer lukt al jaren niet meer. Dat heb ik
ook al lang geaccepteerd. Je wordt ouder, papa, en daar dien je je nederig bij
neer te leggen.
Het komt erop neer dat ik ‘s morgens nog tot
een behoorlijke straal in staat ben, maar me de rest van de dag tevreden moet
stellen met diverse varianten van een lekkende kraan. Het goede nieuws is dat
ik er meestal ’s nachts nog niet uit hoef. Als ik me heb weten te beperken tot
die ene alcoholische consumptie voor het slapen gaan, haal ik met gemak de
volgende ochtend.
Er zijn evenwel ook momenten dat zelfs het
beeld van de lekkende kraan niet opgaat. Dan sta ik boven een wc-pot en komt er
niks. Hoe ik me ook concentreer, hoe ik het aldoor draaien van de wereld
probeer weg te denken, ik slaag er niet in de vochtverplaatsing succesvol aan
te sturen.
Dat is vooral zo als er anderen in mijn
nabijheid zijn. Plassen in wegrestaurants heb ik altijd een crime gevonden. Als
in de pisbak naast me een andere man zijn gulp opent, kan ik het wel schudden.
Vooral omdat ik altijd het idee heb dat zo iemand staat mee te luisteren. Ook
thuis op de badkamer krijg ik naast mijn tandenpoetsende echtgenote weinig voor
elkaar.
Gisteren op mijn werk dacht ik alleen in de
mannen-wc te zijn. Ging er verdomme in het hokje naast me een telefoon. Nam die
vent nog op ook.
(7-12-2013)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten