Het is pas
23 december, maar het eerste kerstdiner zit erop. Gisteren hadden we hier in de
tuinkamer mijn kant van de familie op bezoek. We hadden twee tafels tegen
elkaar geschoven en zeventien zitplaatsen gecreƫerd. Dat bleek er een te veel:
neef Niek had zich afgelopen week dusdanig in de beslommeringen van het
Groningse studentenleven gestort, dat de voorbereiding van een tentamen in het
gedrang dreigde te komen. Eerst zou hij halverwege aanschuiven, later hoorden
we dat hij helemaal niet meer kwam.
Een andere neef was er ook niet en de vrienden
en vriendinnen van enkele jeugdige familieleden lieten om hen moverende redenen
ook verstek gaan. Het voordeel daarvan was dat iedereen in de tuinkamer paste
en we genoeg stoelen en tafelruimte hadden.
Mijn vrouw en ik hadden een viergangendiner
in elkaar geknutseld, dat begon met een palet van drie soorten vis en eindigde
met een trio van nagerechten. Dankzij een goede logistieke voorbereiding, een
voorbeeldige samenwerking en de hulp van onze dochters verliep alles gesmeerd.
De gasten lieten zich de hun voorgezette spijzen smaken en prezen de koks.
Mijn negentigjarige vader zat als pater
familias aan de kop van de tafel. Hoewel er een permanente kakofonie aan
geluiden aan zijn oren voorbijtrok, genoot hij zichtbaar van het familiediner.
Enkele keren had ik de neiging mijn moeder
ter sprake te brengen. Hoe graag ze hier bij geweest zou zijn. Of hoe ze vanaf
het bidprentje ons samenzijn aanschouwde. Was ik de enige die aan haar dacht?
Vast niet.
(23-12-2013)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten