Toen ik
vandaag thuis kwam van mijn werk, rook ik het al. Mijn vrouw had boerenmoes
gemaakt. Is er een betere manier om los te komen van de stress en sleur van een
drukke werkdag? Ik omhelsde haar met nog meer enthousiasme dan op andere dagen.
Ze was ook nog eens naar de kapper geweest en zag er een paar jaar jonger en
nog aantrekkelijker uit.
De term boerenmoes kent mijn vrouw overigens
niet. Zij en velen met haar noemen dit gerecht boerenkoolstamppot. Mijn moeder
noemde het evenwel boerenmoes en die benaming zal ik dus altijd blijven
gebruiken, als een kleine hommage aan haar, die het zo vaak heeft klaargemaakt.
Haar boerenmoes met verse worst (van slager Ockhuijsen) was een van mijn
lievelingsgerechten: zo Hollands, zo winters, zo goed vullend en zo lekker!
Terwijl ik van de boerenmoes van mijn vrouw
zat te smullen (met blinde vink, ook lekker), gingen mijn gedachten terug naar
vroeger. Naar al die keren dat mijn moeder voor haar man en vier zonen met veel
toewijding boerenmoes gemaakt heeft.
Maar ook mijn vaders groentetuin zag ik voor
me, waarin hij jaar na jaar de boerenkool teelde. Ik zag in gedachten die tuin
in de winter, als alle andere groenten al gesneden, geplukt, opgegeten of
ingemaakt waren en er in de opgevroren grond alleen nog een paar boerenkoolstronken
overeind stonden. Dat beeld is pure poëzie. Boerenmoes werd immers nog
lekkerder als er een paar nachtjes vorst overheen gegaan waren.
In mijn ooghoek prikte een traan.
(16-12-2013)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten