Al heel lang
heb ik een hekel aan vuurwerk. Nu de laatste maand weer begonnen is en ik
alweer meerdere keren opgeschrikt ben door een doffe knal, wordt die hekel weer
danig gevoed.
Natuurlijk heb ik vuurwerk ook een tijdje
spannend gevonden. Die ene keer echter dat ik zelf een rotje heb aangestoken,
ging het meteen mis. Het heeft zoveel indruk gemaakt dat ik de plek nog voor me
zie. Het was in het centrum van mijn geboorteplaats, op het plein bij de
toenmalige schouwburg. Ik was een jaar of tien. Het betreffende rotje had ik
niet zelf gekocht, maar was me in de handen geduwd door een veel stoerdere
schoolgenoot. Ik heb het wel zelf aangemaakt en vervolgens snel weggeslingerd.
Meteen daarna -de knal had nog amper geklonken-
werd ik in de kraag gegrepen. Geschrokken keek ik op en zag het strenge gezicht
van een lookalike van Bromsnor. Voor mijn geestesoog doemde een hele serie
doemscenario’s op. Het ergste daarvan was dat ik het gebeurde in Bromsnors bijzijn
aan mijn ouders zou moeten opbiechten. Hij liet het evenwel bij een vermaning.
Hier moest ik vandaag aan terugdenken. Ik had
twee leerlingen op mijn werkkamer. Iemand uit de buurt van de school had ze op foto vastgelegd. Met hun mobieltjes
fotografeerden ze een gat in een schutting, dat eerder die dag na een hevige
knal ontstaan was. Ze hadden daarvan gehoord en waren in een tussenuur een
kijkje gaan nemen. Wie verantwoordelijk was voor het gat wisten ze natuurlijk
niet.
(10-12-2013)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten