donderdag 28 november 2013

Merel

Ik voel dat ik word aangestaard, hoewel ik helemaal alleen in mijn tuin ben. Het is een milde novemberdag en ik heb een dag vrij. Mijn vrouw is bang dat ik zo’n dag in ledigheid doorbreng en heeft me dus wat klusjes opgedragen. Zo wil zij dat ik de stoep achter het huis veeg, want “iedere keer waaien er blaadjes binnen”.  Ik vind dat je pas moet gaan vegen als alle bomen helemaal kaal zijn. Maar och, ik wil haar graag te vriend houden. Daarom neem ik de taak zelfs wat ruimer en hark ook wat gevallen blad van het gras.
  Dan zie ik het. Op de hoek van een wat verweerd tuintafeltje slaat een merel met belangstelling mijn bezigheden gade. Het is een vrouwtje, als mijn ornithologische kennis me tenminste niet in de steek laat. Ik stop met harken en we kijken elkaar doordringend aan. De tijd stopt even met verstrijken.
  Als ik verder ga, vliegt het beestje tot mijn verbazing niet weg. Ze hipt van het tafeltje en gaat vlak bij me in het gras zitten. Alsof ze een documentaire maakt over de bladeren harkende mens, zo blijft ze mijn geploeter registreren.
  Dan ineens moet ik aan mijn moeder denken. Zou die merel? Ik durf de vraag niet af te denken uit vrees dat het beestje dan wegvliegt.
  Dat doet ze even later toch. “Dag mam,” zeg ik. Soms heb ik dat: de gedachte dat mijn moeder me kan zien. Ze is alweer ruim een jaar dood.

(28-11-2013)            

Geen opmerkingen:

Een reactie posten