Mijn vrouw
is een dagje met oude studievriendinnen naar onze hoofdstad. Mijn kinderen
hebben hun eigen bezigheden. Ik zal deze zondag dus grotendeels zelf moeten
stukslaan. Een novemberzondag, voorwaar geen sinecure. De mist van gisteren is weliswaar
opgetrokken en het is nagenoeg windstil. Maar het blijft november. De gedachte
aan J.C. Bloem dringt zich op: “Altijd november, altijd regen, altijd dit lege
hart, altijd.” Het is dus zaak een bezigheid te vinden om het hart enigszins te
vullen tot mijn vrouw weer thuiskomt. Dan zal het vanzelf weer volstromen.
Eerst maar eens met de krant naar de wc. Er
is geen plek waar het prettiger alleen zijn is dan op de wc in je eigen huis,
met de krant als trait-d’union met de wereld aan de andere kant van de deur. Ik
blader door de V-bijlage van de Volkskrant en mijn oog valt op de voorronde van
het Groot Dictee der Nederlandse Taal. De 24ste editie alweer.
Ik moet de correcte spelwijze aankruisen van
een twintigtal woorden. Prachtige woorden zitten erbij: charmeoffensief,
matineus, vigilant. Ik twijfel even over onoorbaar. Een van de mogelijkheden is
onoirbaar. Ziet er ook best deftig uit.
Eén woord ken ik niet, al twijfel ik niet
over de spelwijze: pandoering. Het betekent ‘het toedienen van een pak slaag’,
lees ik even later in wiktionary. ‘Een pijnlijke nederlaag’ kan het ook
betekenen. Geen wonder dat ik het niet kende.
Na de woorden komen tien zinnen. Ik heb alle
tijd om mijn hart eraan op te halen.
(17-11-2013)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten