Als ze aan
het begin van de les naast me staat, valt het me op hoe klein ze eigenlijk nog
is. In de schoolbanken, naast haar vriendin met wie ze iedere les weer veel te
bepraten heeft, leek ze al een hele meid, met haar krullenkop en altijd
vrolijke gezicht.
Nu kijkt ze wat bedremmeld. En haar stem klinkt
ook heel wat zachter dan wanneer ze tijdens een les iets dwars door het lokaal
roept. “Meneer, ik heb mijn huiswerk niet af.” Ze durft me tijdens deze
bekentenis niet aan te kijken, waardoor ze nog wat kleiner lijkt.
De vorige les heb ik in haar eerste klas het
huiswerk gecontroleerd. Ongeveer de helft van de leerlingen bleek het niet
gemaakt te hebben. En dat terwijl ze nog maar een paar maanden op de middelbare
school zitten. Ze moeten hun eerste rapport nog krijgen. Ik heb een
pedagogische preek gehouden en er een aantekening van gemaakt.
“Waarom niet?” vraag ik.
“Ik heb gisterenavond ruzie gehad,” zegt ze.
“Met mijn ouders.”
Even
overweeg ik te verwijzen naar mijn opvoedkundige praatje. Maar als ik de rode
vlekjes in haar hals zie, smelt ik.
“O,” zeg ik. “Ik begrijp het.” En na een
kleine pauze: “Fijn dat je het voor de les komt melden.”
Daar is haar lach weer. Ze draait zich om en
loopt naar haar bank.
Ik denk aan mijn dochters. Zouden die ook
weleens met zo’n bekentenis naar een leraar zijn gestapt? Mogelijk. De
betreffende ruzie ben ik gelukkig vergeten.
(20-11-2013)
(20-11-2013)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten