donderdag 21 november 2013

Trouwdag

Mijn vrouw heeft het fleurige shirt aangedaan dat we afgelopen zomer in San Francisco gekocht hebben. De flowerpowerstad is de verste plek waar ons achtentwintigjarig huwelijk ons gebracht heeft.
  Vanmorgen in bed hebben we die achtentwintig jaar geĆ«valueerd. Ik wilde eigenlijk, net als andere zaterdagen, rond half negen naar beneden sneaken om voor het persen van de sinaasappels lekker alleen anderhalf uur in de weekendkrant te lezen. Maar mijn vrouw bleek al wakker. Dat was ze al een paar uur zei ze. En dat op onze trouwdag. Ik vlijde me tegen haar aan en vroeg hoe dat kwam. Ze had er geen verklaring voor. Ze had ‘gewoon’ aan ‘van alles en nog wat’ liggen denken.
  Zelfs na achtentwintig jaar vond ik dat een onbevredigend antwoord. Daarom vroeg ik of ze opnieuw ja zou zeggen als we de tijd zouden kunnen terugdraaien. “Och,” zei ze, “ik wist toch eigenlijk niet waar ik aan begon.” Dat was niet de bevestiging waarop ik gehoopt had. Ik wilde nog steeds het lotje uit de loterij zijn. Hadden we het dan niet leuk gehad samen, vroeg ik. Jawel, maar we hadden ook nooit echt tegenslag gehad.
  Romantischer werd het gesprek niet. Mijn pogingen daartoe botsten op haar nuchterheid. Ik was een lieve echtgenoot, maar toch ook een inwisselbare passant die was blijven hangen. Een beetje treurig werd ik ervan.
  Het kleurrijke shirt stemt me weer vrolijk. Al ben ik dan inwisselbaar, ik ben toch mooi degene die met haar in San Francisco is geweest.  

(16-11-2013)        

Geen opmerkingen:

Een reactie posten