De kerstdagen
zitten erop en ik heb dus weer tijd om te schrijven. Daar heb ik ook echt weer
behoefte aan. Sinds gisteren zit ik met vier vrouwen in de Ardennen. Heel
gezellig, maar ik mis iets.
Hoewel het weer onbestendig is, zijn mijn
vrouw en haar zus gaan wandelen, een van hun geliefde bezigheden. Ze hebben me
mee gevraagd, maar ik heb vriendelijk bedankt. Ik vind het leuker om te
schrijven en verder te lezen in het wielerboek dat mijn schoonzus heeft
meegenomen, ‘De kunst van het dalen’ van Martin Bons. Over wandelen schrijft
hij: ‘Zomaar wandelen. Dat is iets voor vrouwen. Vrouwen gaan het Pieterpad
lopen. Dit weekend dit deel en dan volgende week dat stuk. Het is niet te
bevatten.’ Woorden van een geestverwant.
Voor mij op de tafel ligt een breiwerk. Mijn
vrouw, die vroeger heel wat truien, sjaals en andere kledingstukken heeft
gebreid, heeft op aanraden van haar zus deze bezigheid zojuist weer opgepakt.
Ze gaat een sjaal maken in de vorm van een grote col. Daarmee bedoelt ze niet
een berg die je kunt afdalen.
Ze was nog maar net begonnen, of ze was
alweer verslaafd. Niet alleen aan het breien zelf, maar ook aan het praten
erover. Ze wil ook weer gaan naaien en met haar zus naar de lapjesmarkt.
Pas morgenmiddag komt er hier een man bij.
Die neemt weliswaar nog een vijfde vrouw mee, maar het mannengehalte van de
conversatie zal zeker toenemen. Dan weet ik wat ik gemist heb.
(28-12-2013)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten